Gestoofde kalfswangen

Ik maakte voor het eerst kennis met gestoofde kalfswangen in San Sebastián. Wauw. Het vlees was zo ontzettend goed van smaak, een soort subtiele versie van draadjesvlees. Voor mij geeft dit het ultieme gevoel van winter: een pan die overdag lekker pruttelt, gezelligheid binnen en lange etentjes met kaarsen. Ik hou ervan!

Je kunt de kalfswangen overigens ook vervangen door bijvoorbeeld runderwangen, en je haalt dit bij de betere slagers. Veel succes!

Kalfswangen voor 2 personen

• klontje boter
• 700 gram kalfswangen, schoongemaakt door de slager
• 1 grote ui
• 4 tenen knoflook
• 1 grote wortel
• een flinke snuf kaneel
• 1 tl gedroogde rozemarijn
• 400 gram tomaten polpa (liefst van Mutti)
• 200 ml rode wijn
• 3 kruidnagels
• 2 laurierblaadjes

Hoe maak je gestoofde kalfswangen?

Zet een diepe pan met dikke bodem op het vuur en doe hier een klontje boter in. Strooi peper en zout over de kalfswangen en braad ze dan kort aan in de pan. Hak ondertussen de ui en knoflooktenen fijn en voeg dit toe aan de pan. Doe hetzelfde met de wortel en voeg toe aan de pan met het kaneelpoeder en de gedroogde rozemarijn. Roer 2-3 minuten om en voeg dan de tomaten polpa, de rode wijn, de kruidnagels en laurierblaadjes toe. Zet het vuur laag en doe de deksel op de pan, laat ongeveer 4 uur pruttelen. Roer zo nu en dan om, om ervoor te zorgen dat het niet aanbrandt.

Na 4 uur stoven, haal je de laurierblaadjes en kruidnagels uit de pan. Trek het vlees uit elkaar met een vork en breng het op smaak met zout en peper.

Serveer de gestoofde kalfswangen met zoete aardappelpuree of met pappardelle.